Stefaan

Hoofdzaak is: we gaan samen een stuk maken. 

Hoop in het verderf

Stefaan Degand is een grote naam in het Vlaamse acteurlandschap. Denk aan onder meer Rundskop, Allez Eddy!, Quiz me Quick, De Ronde, Eigen Kweek en aan onnoemelijk vele theatergezelschappen zoals Theater Antigone, Het Toneelhuis, LOD Muziektheater, KVS, Compagnie Marius, Walpurgis enzovoort enzovoort.

Toen HETGEVOLG hem vroeg om samen met de Dunne Vellekes, mensen in armoede, een theaterstuk te maken rond pesten, twijfelde hij geen moment.

“Natuurlijk niet! Voor mij was die manier van werken volledig nieuw. Stefan is een warme vriend, dus toen hij me dat vroeg, wist ik: niet twijfelen.”

“Ik kende niemand van die groep mensen, maar ik had mij voorgenomen om een van hen te worden. Ik wou helemaal geen stuk maken waarbij ik heelder lappen tekst ging zeggen en zij de figuranten waren of zo van die onzin. Ik wou me in de schaduw van hen opstellen en samen met hen een stuk maken in functie van het verhaal.”

“Ja, het is anders repeteren met kwetsbare mensen. Als doorsneeacteurs op een maandag aan de repetitie beginnen, vragen ze elkaar: ‘’Hoe was ’t weekend?” en dan krijg je een kort of een minder kort antwoord.
Hier was dat volledig anders. Je krijgt een hele roman met veel wendingen. Een verhaal dat niet enkel over ’t weekend gaat, maar vanaf de dag dat ze geboren zijn tot vandaag. En zo krijg je het ene verhaal na het andere. Dat komt heftig binnen, dat kan ik je wel zeggen. Ik was na iedere repetitie stikkapot.
Anderzijds zijn die verhalen ook nodig voor het stuk. Er komen mooie zinnen uit en interessante spelmogelijkheden.
Als het over kwetsbare mensen gaat, heb ik ook mijn eigen verhaal, dus op zich verschilt dat niet. Ik vertelde daar soms over, soms niet.”

“Ze staan kwetsbaar in het leven en ze pakken die kwetsbaarheid mee op de scène. Dat is niet alleen heel interessant voor het stuk, maar het is vooral de verdienste van Stefan om er zo mee om te gaan.

Het is geen evidentie zoals met professionele acteurs. De concentratieboog is korter, de tekstkennis is smaller, maar toch voel je dat er vanuit hun beperking, namelijk hun leven, voor hen een bepaalde vrijheid wordt gecreëerd op de scène. Dat wordt hen door Stefan op een plateau aangereikt en sommigen maken daar gretig gebruik van. Dat is mooi om te zien.”

“Stefan pakt dat heel direct aan, zonder omwegen en niet betuttelend. Niet vanuit een ocharme-die-mensen- positie.

En of je nu kwetsbaar bent of niet, arm of rijk, dik of dun, of je nu stinkt of niet stinkt: dat is allemaal bijzaak. Hoofdzaak is: we gaan samen een stuk maken. En daarin worden ze au sérieux genomen en dat vind ik heel belangrijk. Hij behandelt ze niet kinderachtig én hij is ook streng.”

“Stefan heeft ook een razend goede humor waardoor mensen veel van hem pikken. Met humor komt ge ver hé, want dat relativeert de situatie waar ge inzit. Ook bij hen.

Het is ongelooflijk hoe veel hij kan doen bewegen bij de mensen, hoe veel hij naar boven kan laten komen.”

Sociaal-artistieke acteur? 

“Ik had helemaal niet de neiging om anders te gaan spelen omdat de Dunne Vellekes geen professionele acteurs zijn. Tuurlijk niet!

Het maakt toch niet uit wie met wie speelt? Het enige wat van tel is, is een goed stuk. Denken vanuit een stuk, vanuit de inhoud, van wat interessant zou kunnen zijn en niet vanuit ‘zie mij hier nu eens floreren’.

Zo kwam ik er met Stefan al vlug achter: “Het zou goed zijn als ik geen knijt zeg.”
Dat vond ik op zich al geestig. Dat mensen naar de Dunne Vellekes en Stefaan Degand komen kijken en dat dienen Degand geen knijt zegt. En verkleed is in een indiaan. Hahaha.
Dat het de Dunne Vellekes zijn die spreken. En Jan, want het is ook zijn verhaal. Dat klopt ook helemaal.
Je hoort het: ik ben heel enthousiast over de voorstelling.”

Shizzel whizzel 

“Wat ik al wist, maar wat ik bij die mensen ook gezien heb, is dat het spel eigenlijk het grootste genoegzame middel is om al uw shizzel whizzel efkes te vergeten. Of om dat om te zetten naar het theater. En dat is wat Stefan hen laat doen. En hij doet het op een goede manier. Niet op een foute, therapeutische, grillige, onnozele manier. Hij doet het heel speels. Hij is zelf een speler, een speler onder de mensen en dat zie je ook aan hem. Een speler pur sang en zo benadert hij iedereen.

Ik voelde mij op en top acteur, ik voelde mij absoluut geen helper voor die mensen, daar had ik ook totaal geen zin in. Ik kan hun problemen echt niet oplossen. Maar ik zag wel dat de theatervorm die HETGEVOLG gebruikt wel een hele goede manier is om die mensen een zekere kracht te geven. Dat ze voelen dat er nog hoop is in het verderf waarvan ze denken dat ze daarin leven.”

Interview door Annemie Morbee